Poging 1....

 

Golf van Biscay.....Deel 1

 

Vrijdag 21 Augustus


Op naar Spanje! (olala, wat moeten we nog een hoop leren)

Ik word wakker met een kriebeltje in mijn buik, wat er altijd is als we willen vertrekken.

Terwijl ik Trix uitlaat gaat de hele boot door mijn hoofd; alles zeevast? anker geborgd? kluisgaten dicht? olie gepeild? en zo gaat de lijst nog even door.

Gisterenavond besloten we om deze ochtend te vertrekken naar Spanje, de wind staat nog steeds Zuid West 6 Beaufort, maar als het goed is gaat hij naar de West en neemt af naar 3 a 4 Beaufort.

Dit betekend de eerste 10 a 15 uur op kruisen tegen een vervelend zeetje, maar dan volgt de beloning; Zuid voor gaan liggen met een mooie ruime wind tot aan de overkant.

Mooi plan toch? (op papier)

We vertrekken net na hoogwater, om 0745uur, stroompje in de kont de rivier af, na een uurtje bereiken we open zee en gaat “de wasmachine” aan.

Ik draai de Genua een tandje in en val iets om snelheid te maken, de boot schiet vooruit en in No Time gaan we 8 knopen, wat verder naar buiten tippen we de 9 knopen.

We maken een behoorlijke helling in een smerige zee. Er staat een vette oceaan swell van zeker 3 meter uit de West-Noord-West, daar overheen de Zuid-Westen wind kracht 6 a 7 en dit alles tegen de stroom in, die hier behoorlijk staat en om het af te maken liggen we ook nog aan lagerwal, wat de zee een extra duwtje geeft.

Het duurt ook niet lang of Brenda meldt dat ze zeeziek is, shit wat een start, nog 350 mijl te gaan.

Ik stuur aan op de shippinglane over Stuurboord om Ile d’Ouessant vrij te varen (ik durf het met deze wind niet aan om de passage tussen het eiland en de kop van Brest te nemen)

Voor ons vecht een franse boot, die eerder is vertrokken, zich dapper door de zee. Ik begrijp niet waarom ik hem niet sneller oploop, tot ik 2 uur later naast hem “het geheim” ontdek; er spuit koelwater uit zijn uitlaat, hij heeft zijn motor bij!

Bij de shippinglane kunnen we eindelijk overstag en ruim gaan varen, de snelheid ligt constant tussen de 10 en 12 knopen, maar we krijgen de windgolven nu bijna dwars in met de Swell schuin van achteren. Brenda voelt zich zoals iemand die zich in een grote plastic bal van de helling laat rollen en gaat....over de muur!

Ondertussen is Anna Sophie ook uit haar slaap ontwaakt, Brenda zoekt de moed om naar binnen te gaan, haar de pap fles geven en de luier verschonen. Het lijkt gelukt totdat Anna Sophie haar 180ml melk over ons bed er uitgooit, het is direct een bende binnen. Ik vraag aan Bren of het toch misschien beter is om Brest binnen te lopen.

Stoer geeft ze aan door te willen. We besluiten het nog even een paar uur aan te kijken voor we besluiten. De boot loopt geweldig, wat een speed, maar ik maak me zorgen om de meisjes en heb het gevoel dat de wind toe in plaats van afneemt.

Vooral de rolbeweging is vervelend. Ik draai, ondanks de ruime wind, de zeilen wat in om de snelheid er wat uit halen in de hoop dat het met wat minder geweld wat dragelijker wordt beneden.

De beloofde wind blijft uit, ik moet hoger aan de wind gaan varen, om de West Cardinaal “Chaussee de Sein” vrij te varen.

Intussen zie ik Bren steeds bleker worden, wat een start voor een oversteek.

We besluiten Brest aan te lopen, keren de boot en het leven wordt weer leuk. Brenda voelt zich gelijk beter. De zeegang krijgt langzaam een beter patroon en vlakt af en de wind begint af te nemen.

Ineens zegt een stemmetje in mijn hoofd “omkeren” ik maak Brenda wakker en laat de afgevlakte zee zien, zullen we het toch proberen?

We besluiten om met doorgehaald grootzeil naar de Cardinaal te “motor zeilen”, om daarna eindelijk Zuid te kunnen varen. De zee wordt wonderbaarlijk vlak, zelfs de Swell vlakt.

Net als we besluiten eten te gaan maken klinkt er een enorme klap onder uit de boot en slaat de motor af. Ik zet de motor in zijn vrij en start de motor opnieuw, hij loopt gelijk zonder bijgeluiden. Ik zet hem weer in “zijn werk”, weer een enorm geratel, de boot schut er van, gauw stop ik hem en rol de Genua uit, dan maar kruisen naar Spanje en daar kijken wat er aan de hand is, we denken dat er iets in de schroef is gekomen. Voor we vertrokken hadden we al gezegd tegen elkaar dat we niet op de motor zouden gaan varen, want op de oceaan moeten we het uiteindelijk ook zonder doen. Dit was wel heel drastisch! We moeten al kruisend naar de West Cardinaal.

De wind zakt er steeds verder uit en de stroom loopt ook tegen. Ik kom erachter dat er over de grond 170 graden tussen stuurboord en bakboord-slag zit terwijl de hoek op het kompas netjes tussen de 90 graden blijft, met andere woorden; “ we schieten geen $#!%$#^ op!!!

Na 6 uur kruisen zijn we 2,5 mijl op geschoten. Moe gestreden keren we de boot weer naar Brest, het is inmiddels 1830 uur. We zullen zeilend ten anker gaan in de Rade de Brest.

De snelheid neemt per uur af bij gebrek aan wind, uiteindelijk lopen we nog geen 1,5 knoop met nog 14 mijl te gaan. Ik heb twee mogelijke ankerplekken uit gezocht die we onder zeil kunnen aanlopen, maar we hebben wel wind nodig, plotseling zien we de boordlichten van een groot containerschip recht op ons afkomen, we varen de verkeerde wal in de geul om ruimte aan lij te houden. Met een snelheid van nog maar 1 knoop en geen motor zijn onze mogelijkheden beperkt, ik kan net koers houden.

Brenda roept haar “collega’s” van de Verkeerspost in Brest op om onze situatie uit te leggen, zo krijgen we ook contact met de loods op het beroepsschip en spreken we af elkaar stuurboord op stuurboord te passeren. Ik hoop dat verdere verrassingen uitblijven. Ik verbaas me over het gemak en de rust waarmee we in de hele, eigenlijk best spannende, situatie handelen.

Rond middernacht is de koek op, net op de smalste deel van de aanloop valt de wind helemaal weg en worden we door de stroom terug en buiten de geul gezet richting rotsachtige ondiepte

*(Anna Sophie ligt al uren in een diepe slaap, business as usual!)*

Zonder overleg weten we allebei dat het moment
is aangebroken om hulp te roepen.

We laten het anker vallen op 20 meter (bij laag water) dit gaat gelukkig goed en we blijven “hangen”

We ontsteken alle “feest” verlichting die we hebben en vragen via de marifoon om sleepbootassistentie, en zo lag 20 minuten later de reddingsdienst van Le Conquet langszij, die ons vervolgens heel professioneel naar binnen hebben gesleept, 3 uur later om 0330 uur, kwamen we aan in de Merchant haven van Brest waar een tweede sleper (???)  ons langszij een klassiek charter schip afmeerde. Hiep Hoi Rust!!

Aan de andere kant van de berg ligt hemelsbreed op +/- 25km onze vertrekhaven van de dag ervoor, wat een dag.


In de volle overtuiging wat in de schroef te hebben trek ik, zodra we zijn wakker geworden, mijn duikset aan om na 2 minuten verbaasd boven te komen, de as draait gewoon en de maxprop beweegt alsof hij nieuw is.

Dan blijkt binnen wat er echt aan de hand is; de flenskoppeling tussen de schroefas en de keerkoppeling zit normaal vast met 6 tapeinde M10, deze zijn alle 6 finaal afgebroken, gelijk met de flens, vandaar de enorme klap. Oorzaak? Een net? Misschien, iets moet op enig moment de schroefas geblokkeerd hebben, we zullen nooit weten wat. Na 3 dagen sleutelen en hulp van heel veel fransen
kunnen we op dag 4 naar de Marina, waar we besloten hebben om even besloten hebben even ‘weer’ uit te rusten en te wachten op een lopende wind. Na de beroemde “Moules et Frites” te hebben gegeten bij de weer opgebouwde Le Tour de Monde vervolgens een staartje van Bill over ons heen en constant Zuid Westen wind, komt er eindelijk een weerbericht waar we gebruik van kunnen maken

“West, veering NW later, 6 decreasing 3-4”

zo luidt de navtex. Boven en westelijk van ons trekken storingen voorbij, maar we besluiten morgen, 28 Augustus te vertrekken.

Brest is goed voor ons geweest!


Groet Jack




(lieve lezer, dit stukje ben ik bewust wat dieper in gegaan op het zeilen en de afweging hierbij voor de zeilers onder jullie; wat zouden we de volgende keer anders doen; ik zou onder de zelfde omstandigheden kiezen voor een tegenstrooms vertrek, dit kost weliswaar snelheid maar geeft een veel vlakkere zee en tegen de tijd dat ze ‘mee gaat lopen’ zit je op diep water, een eind van de shit aan de kust. We zouden kiezen voor  een rustig ontbijt in de haven in plaats van op zee (met lege maag vertrekken met 1 kop koffie...dan vraag je om zeeziek te worden). Misschien hadden we eerder op moeten geven tegen de Zuid-West. Verder staan we achter de genomen besluiten en gaan we het gewoon weer proberen!

De kust van Bretagne ziet er op de kaart lastig en grimmig uit, groot verval, rotsachtige ondiepten, smalle aanlopen, sterke stromingen en pilots vol met waarschuwingen.

Is het al de Trouble waard? JA, je wordt beloond met mooie witte strandjes, prachtige baaitjes en haventjes en bovenal; lieve aardige mensen ( ik moet wel melden dat een kaartplotter in deze gevallen het leven wel heel erg makkelijk maakt!))




 

woensdag 2 september 2009

 
 
Gemaakt op een Mac

volgende >

< vorige

volgende >

< vorige